Wat betreft de lichte alcoholintoxicatie, d.i. vanaf 0,8 promille (ofwel 0,35 mg/l UAL), blijft de rechter de keuze behouden om al dan niet een alcoholslot op te leggen. Deze keuze blijft ook bestaan voor dronkenschap.
Deze vrije keuze heeft de rechtbank niet, wanneer die moet oordelen inzake een zware alcoholintoxicatie, d.i. vanaf 1,8 promille (ofwel0,78 mg/l UAL). Dan wordt de rechter in principe verplicht om een alcoholslot op te leggen. De rechtbank kan hiervan slechts afwijken mits expliciete motivering. Het is de bedoeling dat de afwijking de uitzondering is.
Ingeval van recidive bestaat er zelfs geen afwijkingsmogelijkheid. De handen en voeten van rechters zijn volledig gebonden. Een bestuurder die binnen de 3 jaar opnieuw wordt veroordeeld, moet een alcoholslot worden opgelegd bij vaststelling van een alcoholgehalte vanaf 1,2 promille (ofwel 0,50 mg/l UAL). Daarbovenop komen steeds de herstelexamens, zijnde medisch en psychologisch onderzoek en theoretisch en praktisch rijexamen; alsook een rijverbod van minimum 3 maanden bij een eerste herhaling.
De rechtbank kan het alcoholslot telkens opleggen voor een periode van 1 tot 3 jaar, ofwel levenslang. De betrokkene kan de rechter vragen om de geldboete te verminderen met de kosten van het alcoholslot.