Overeenkomstig artikel 23 op de Wet op het Taalgebruik in gerechtszaken kan:
een beklaagde die slechts één van de drie landstalen kent
of zich gemakkelijker in één van deze talen uitdrukt,
en die gebracht wordt voor een politierechtbank of correctionele rechtbank waar niet de betreffende taal gehanteerd wordt,
vragen dat de rechtbank de zaak verwijst naar de dichtstbijgelegen rechtbank van dezelfde rang waar deze taal wel wordt gebruikt.
Het is niet vereist dat de beklaagde de gebruikte taal volledig machtig is. Het volstaat dat hij zich gemakkelijker in een andere taal kan uitdrukken (Cassatie 22.09.1987, Arresten van Cassatie, 1987-1988, nummer 47).
Het verzoek kan mondeling of schriftelijk gebeuren en het hoeft niet in de taal van de rechtspleging te worden gedaan (Cassatie 17.04.1973, Arresten van Cassatie, 1973-821)
De verwijzing is voor de rechter facultatief. Hij is niet verplicht om erop in te gaan. De rechter kan bijvoorbeeld weigeren indien hij de verwijzing niet wenselijk acht wegens omstandigheden eigen aan de zaak (Luik 30.03.1968, Rechtskundig Weekblad 1968-69, 521)